De ABCDE-methode wordt vaak gebruikt om een melanoom te herkennen:
Asymmetrie:
De moedervlek mag niet asymmetrisch groeien, d.w.z. de ene helft ziet er anders uit dan de andere helft.
Borders:
De overgang van de vlek naar de normale huid wordt steeds onduidelijker; er is geen duidelijk begrenzing meer te zien. De rand wordt op een of meer plekken onregelmatig en de vorm wordt grillig.
Color:
Een moedervlek mag niet van kleur of kleursamenstelling veranderen. Bij een melanoom zie je vaak verschillende kleuren door elkaar: bruin, zwart, wit, blauw of rood.
Diameter:
Wanneer de moedervlek een stuk groter is dan een normale moedervlek (de regel is een diameter van meer dan 6 millimeter).
Evolution:
Snelle verandering van het uiterlijk van de moedervlek.
Verder moet je altijd opletten als moedervlekken gaan jeuken, steken, pijn doen of bloeden. Maar niet alle verschijnselen hoeven op te treden als een moedervlek verandert in een melanoom. Als een moedervlek spontaan ontstaat uit melanocyten (pigmentcellen) in de gewone huid dan lijkt die moedervlek in eerste instantie een ‘gewone' moedervlek. Later kunnen bij deze moedervlek dezelfde verschijnselen optreden als bij een veranderende moedervlek zoals bij de ABCDE-methode beschreven is.
Bronvermelding: Stichting Melanoom